Het gemiddelde niveau van bedreiging van dier- en plantensoorten neemt iets af
Deze indicator gaat over de verandering in het aantal soorten en de mate van bedreiging van de soortgroepen op de Rode Lijst. De lijst is gebaseerd op gegevens van zeven soortgroepen: zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën, dagvlinders, libellen en hogere planten. Per soortgroep is de bedreigingscategorie vastgesteld. Als een soort niet wordt bedreigd, geldt de categorie 'Thans Niet Bedreigd'. Een soort die steeds meer achteruitgaat – in aantal individuen of in verspreiding – valt achtereenvolgens in de categorie 'Gevoelig', 'Kwetsbaar', 'Bedreigd', 'Ernstig Bedreigd' en 'Verdwenen uit Nederland'. Verdwenen soorten blijven op de Rode Lijst staan. De zeldzaamheid wordt bepaald op basis van populatiegrootte of het aantal 5 x 5 km-hokken (atlashokken) waarin een soort voorkomt. De trend vanaf 1950 is de populatietrend, de trend in verspreiding of een combinatie van beide. Rode Lijsten hanteren 1950 als referentiejaar.