Ongeveer driekwart van de habitatrichtlijnsoorten verkeert in een ongunstige staat van instandhouding
De Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verplichten de lidstaten van de Europese Unie (EU) om een gunstige staat van zowel habitattypen (leefgebieden) als soorten te behouden of te herstellen. De staat van instandhouding wordt vastgesteld aan de hand van de status en trends in de verspreiding, populatieomvang van de soort, de kwaliteit van het leefgebied en het toekomstperspectief. Voor habitattypen gaat het om de verspreiding, oppervlakte, structuur en functie en het toekomstperspectief.